Energie en duurzaamheid: tussen ambitie en illusiepolitiek.
Marcel Hendriks • 8 oktober 2025

Ambitie
Vorige week stuurde de staatssecretaris van Defensie een brief naar de Tweede Kamer betreffende de Uitvoeringsagenda Energie & Duurzaamheid. Daarin geeft Defensie aan hoe het inhoud wil geven aan de noodzaak om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen. Niet eerder heeft Defensie zich zo nadrukkelijk uitgesproken over het belang van energiezekerheid:
Energie is mission critical : een essentiële voorwaarde voor de gevechtskracht. Kazernes, trainingslocaties, schietbanen, kampementen, vaartuigen, vliegtuigen en voertuigen moeten tijdig en zeker van energie worden voorzien. De oorlog in de Oekraïne laat zien dat de energievoorziening een belangrijk strategisch doelwit is.
Vastgoed en kampementen
Als het gaat om vastgoed en kampementen wil Defensie haar afhankelijkheid van fossiele energie verminderen door het toepassen van energiebesparende technieken en het opwekken van duurzame energie. Tegelijkertijd wil Defensie samen met andere partners de toepassing van kleine kernenergieopwekking (microreactoren) onderzoeken. Een aanzienlijke besparing is ook te realiseren door bij renovatie van vastgoed en bij nieuwbouw gebouwen van de hoogste energielabels te voorzien.
Voor niet-projectgebonden initiatieven zoals energiezekerheid, duurzame brandstoffen, en de energiezekerheid van kampementen en kazernes komen tientallen miljoenen euro's beschikbaar.
Wapensystemen
Bij het rollende, varende en vliegende materieel wil Defensie in 2030 voor 30% onafhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Daar waar mogelijk door elektrificatie van transportmiddelen, zoals sleepboten, blusvoertuigen en dienstauto's. Waar dat niet mogelijk is, door toepassing van alternatieve brandstoffen zoals biobrandstoffen, synthetische brandstoffen en methanol.
Ook door meer gebruik te maken van oefen- en trainingssimulatoren wil Defensie het gebruik van brandstof voor praktijkoefeningen terugdringen.
Illusiepolitiek
Goed dat Defensie energie als mission critical identificeert en de maatregelen om het energiegebruik op kazernes en kampementen terug te dringen, gaan zeker helpen.
Maar het voornemen om in 2030 30% minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen door elektrificatie en het gebruik van alternatieve brandstoffen, is illusiepolitiek bedrijven. Grootscheepse elektrificatie van militaire mobiliteit is onrealistisch (grote en actieradius) en de markt voor alternatieve brandstoffen worstelt nu al met de verplichte bijmenging voor voertuigen. Voor de krijgsmacht is die 30% bijmenging een extra grote opgave omdat meer dan de helft van de operationele brandstof kerosine is. Met name in de luchtvaart lijkt het gebruik van duurzame brandstoffen nauwelijks van de grond te komen.
Als je energie als mission critical aanmerkt, maar niet weet hoeveel je gebruikt en waar het aan opgaat, dan is die ambitie van 30% een wassen neus; 30% van wat? Nog zorgelijker is dat Defensie onlangs liet weten dat de Operationele Commando's hun brandstofgebruik niet rapporteren en dat de minister ze dat ook niet gaat opdragen: te tijdrovend en te complex; hoezo tijdrovend en complex, de Bundeswehr publiceert dat soort gegevens al tien jaar.
Wat er echt moet gebeuren
Als je "energie is mission critical" serieus neemt dan is een paradigmawissel nodig, simpelweg omdat nieuwe technieken en alternatieve brandstoffen alleen, het niet gaan oplossen. Daarvoor moet Defensie van "high tech-high energy" over naar "high tech-low energy"; schaf achterhaalde grootverbruikers zoals airmanoeuvre af en introduceer nieuwe wapenystemen die inherent minder brandstof gebruiken dan de huidige.
De oorlog in de Oekraïne maakt nu al duidelijk dat high tech-low energy de winnende kaart is. Mentaal moet Defensie die stap nog zetten.
foto: Defensie

